Crisis in het ziekenhuis? Humagement hield een vinger aan de pols.

Hoeveel ziekenhuizen passen er in één laboratorium? Best veel, als we het over facility- en crisismanagers hebben die tijdens een speciale Humanagement-kennissessie de koppen bij elkaar staken in Spaarne Lab, de innovatieve denktank van het Hoofddorpse Spaarne Gasthuis.

Mocht het crisis zijn in de Nederlandse ziekenhuizen dan lijkt die in het vrolijk ingerichte Spaarne Labs – de broedplaats voor vernieuwing voor het Spaarne Gasthuis – heel ver van het (ziekenhuis)bed. Dat maakte deze bijzondere locatie de uitgelezen plek voor een aantal vertegenwoordigers uit het hele land om in alle rust ervaringen en gedachten uit te wisselen over de afgelopen tijd en de periode die wellicht komen gaat. Ironisch genoeg viel op de dag dat het aantal Covid-besmettingen behoorlijk steeg het c-woord in de presentaties niet of nauwelijks. Want crisis is in de gezondheidszorg meer dan dat ene virus, zeker in een complex systeem als een ziekenhuis waar zelfs een ogenschijnlijk minutieuze storing verstrekkende gevolgen kan hebben.

Openingsspreker Lars Carree is vandaag de dag wethouder en plaatsvervangend burgemeester in Zandvoort, maar was ooit ambulancebroeder om vervolgens strategisch adviseur crisisbeheersing te worden bij Spaarne Gasthuis. Zijn ervaringen in 2020 en 2021 verwerkte hij in een fascinerend kijkje achter de schermen met als titel Tussen hoop en dood – dagboek van een crisismanager in tijden van corona. Carree wijdde natuurlijk niet aan elke crisis een boekwerk – kán ook niet, want gemiddeld maakt een ziekenhuis volgens hem tussen de 20 en 25 keer per jaar een crisis mee. De ene is klein, de andere groot, maar of het nu een interne of externe ramp betreft: een wezenlijk verschil is er niet, hield Carree het gezelschap voor. Daarom pleit hij ook voor een integraal crisisplan, waar als een paraplu de verschillende crisisplannen onder komen te hangen.

Crisismanagement is een vak met twee componenten, want het bestaat uit risicobeheersing en crisisbeheersing. Dat eerste element wordt helaas te snel vergeten, terwijl juist die voelsprietenfunctie zo essentieel is om te anticiperen op wat de toekomst mogelijk brengt. Een andere belangrijke les is, in geval van een crisissituatie, dat eerst het operationele crisisteam vergadert, en dat pas in tweede instantie het beleidsteam aan zet is. “Want laten we eerlijk zijn, de bestuurder gaat geen patiënt redden.” Hoe belangrijk het aspect van risicobeheersing ook is, elke crisis is per definitie anders. Waar het altijd op aankomt, is veerkracht. En uiteraard ook die preventie, want ook in dit specifieke domein geldt de aloude waarheid dat voorkomen beter is dan genezen.

Het Bravis-ziekenhuis, met hooflocaties in Roosendaal en Bergen op Zoom, was aanwezig in de vorm van het presentatieduo beleidsadviseur veiligheid Peter d’Haens en hoofd Facilitair Bedrijf Pieter Zeilstra. De kleine waslijst aan incidenten die ter sprake kwam, van een haperende wifi tot een chemisch lek en een ontplofte stoomketel of stagnatie in de wateraanvoer, gaf inzicht in waar het fout ging, maar vooral ook wat de geleerde lessen zijn. Zo blijkt de C niet alleen van Crisis, maar ook van Communicatie te zijn. Want daar is grote winst te halen, zeker in interne communicatie. Alleen zo weet je wat er speelt, terwijl de terugkoppeling essentieel is om incidenten in de toekomst te voorkomen. Daarbij hoort dat de conclusies en bevindingen teruggekoppeld worden aan de betrokken afdelingen.

Geen crisis, geen ziekenhuis en geen situatie is natuurlijk hetzelfde, maar als er één conclusie getrokken kon worden, dan was het wel dat managers het prettig vinden met collega’s in andere ziekenhuizen kennis en ervaringen uit te wisselen, om te voorkomen dat iedereen apart steeds het wiel opnieuw probeert uit te vinden. Tijdens de borrel werden dan ook de eerste onderlinge afspraken en overleggen genoteerd. Want beter worden? Dat doe je samen!