2025 is het jaar waarin zowel FMN als Humanagement het dertigjarig jubileum vieren, maar gaat straks ook de boeken in als het jaar waarin je niet meer om AI heen kon. Ook op de werkvloer, en daarom trakteerden de twee jarigen 30 FMN-leden op vrijdag 30 mei op een bijzondere kennis-en-ontbijtsessie waarin de tanden werden gezet in… facilitaire AI.

Arbeidstekorten, vergrijzing en generatiekloven – je hoeft geen AI te zijn om de toekomst en de uitdagingen van het facility management landschap in de komende dertig jaar te schetsen. Maar het zijn slechts een handjevol van de factoren die Claude, het kunstmatige intelligentiemodel dat Felix Faassen (manager AI-Lab, Ifmec) voerde met Humanagement-documenten, nodig had om een strategisch plan voor de komende drie decennia te destilleren. Dat is nog eens een toepasselijk verjaardagscadeau! Volgens de koffiedikkijkende AI wordt de integratie van hard en soft services de grote groeimotor, iets waar Humanagement dankzij haar brede expertise uitermate op is toegerust, terwijl een andere bedrijfspijler – duurzaamheid – een belangrijke differentiator zal blijken.

Van de urgentie van de dagelijkse praktijk naar een langetermijnvisie
Of dat werkelijk anno 2055 het geval blijkt, moet de toekomst leren, maar een futuroloog als Faassen kan wel inzichtelijk maken hoe goed (of niet) AI’s beslagen ten ijs kunnen komen. En hij kan ook haarfijn de vinger aan de pols houden waarom we in het facilitaire veld allemaal vinden dat we ‘iets moeten’ met AI maar waarom dergelijke initiatieven nog maar mondjesmaat van de grond komen. De operationele kosten zijn hoog, waardoor er beperkte middelen voor innovatie beschikbaar zijn. Tevens ligt de focus primair op het hier en nu (en in het beste geval de nabije toekomst), maar doorgaans niet op de lange termijn.

Complicerende factoren: mens en machine
Alhoewel tachtig procent van de zakelijke leiders FM-software gebruikt, is versnippering een feit en integratie met bestaande systemen en AI een pittige uitdaging. Daarbovenop komt dan de menselijke factor. Niet elke medewerker omarmt AI, vanuit de vrees op den duur vervangen te worden of bij gebrek aan training.

Ai ai ai AI!
Voor iedereen die de AI’s van nu een ongekende genialiteit toedicht, legde Faassen ook een aantal achilleshielen bloot. Voorbeelden hiervan zijn het ontbreken van een pertinent geheugen (na elke sessie kun je weer van voor af aan beginnen), beperkte actualiteit, geen zelfbewustzijn en de onhebbelijke eigenschap om met grote stelligheid de grootste onzin als feit te presenteren: ‘hallucinaties’ zoals de kenners dat gedrag benoemen. Andere belangrijke aandachtspunten liggen op het vlak van privacy, vooringenomenheid en transparantie: je blijft altijd in het duister tasten hóe de gedachtegang van de AI verliep.

Menselijke inzichten
Voor het leukste gedeelte werden de menselijke hersencellen aan het werk gezet en geput uit de ‘wisdom of the crowd’. In kleine rondetafelsessies gingen de disgenoten aan de slag met vragen als wat de grootste kansen en belemmeringen voor jouw facilitaire organisatie zijn op het vlak van AI, en wat je nodig zou hebben om morgen van start te gaan. Het aardige was dat een enkele uitzondering ten spijt de meeste aanwezigen en hun organisaties nog echt helemaal aan het begin staan van de ontdekking van AI. De inzet kan zeker tot een efficiëntieslag en kostenbesparingen leiden, maar belandt daarmee het middle management niet automatisch in de gevarenzone? Een van de ironische conclusies is dat de operationele krachten op de werkvloer, die in 1995 nog bedreigd leken door automatisering en robotisering, er nu qua baangarantie een stuk florissanter voorstaan. Want tja, de geschiedenis herhaalt zich… niet altijd. Daarom is het zaak om bij de tijd te blijven, zeker van ingrijpende innovaties en ontwikkelingen, en wat dat betreft krijgt deze bijeenkomst gegarandeerd een vervolg. Voor die voorspelling heb je ook geen Claude, Gemini of ChatGPT nodig: het was sowieso al klinkklaar dat dit leerzame en gezellige verjaardagsfeest naar meer smaakte.